Hoe ik kijk naar en wat ik doe in het project Onwijs Onderwijs.
Wie ik ben?
Ik ben Femke Houbrechts. Mijn passie ligt bij het waarmaken van inclusie binnen onderwijs. Elk kind de kans geven om tussen leeftijdsgenoten te kunnen leren en een rol te kunnen opnemen. Ik werk ondertussen al zeven jaar bij Konekt. Een organisatie die ernaar streeft om iedereen voluit te laten leven in een inclusieve samenleving.
Met mijn achtergrond als pedagoog en transitiecoach probeer ik om samen met scholen (leerkrachten, directie, leerlingen, ondersteunend personeel) te zoeken naar wat zij nodig hebben om de stap te maken naar een inclusieve school. Ik kom dus niet met een kant-en-klare oplossing. Maar probeer juist van onderuit samen met hen de oplossing te bouwen. Vanuit de sterktes van elke leerkracht, vanuit de expertise van de school.
Waarom ik dit project zo belangrijk vindt?
Naar school kunnen gaan, tussen andere kinderen van je leeftijd, samen kunnen leren en spelen in je eigen buurt is een basisrecht voor elk kind. Onwijs Onderwijs ondersteunt scholen om dit inclusief onderwijs waar te maken. Want het is makkelijk om te zeggen: iedere school moet inclusief worden vanaf morgen. Scholen moeten tijd krijgen om te leren hoe je dit aanpakt. Het vraagt goesting om bij te leren. Het vraagt durf. Maar voor mij is er geen andere weg. Inclusief onderwijs zijn we verplicht aan al onze kinderen en de samenleving. Elk kind is verschillend en dat is juist boeiend. We hebben ons onderwijs gebouwd op het idee van het gemiddelde kind. Maar op vandaag wordt heel duidelijk dat dit gemiddelde kind niet bestaat. Ik denk dat elk kind baad heeft bij een bredere ondersteuning, meer differentiatie, keuzes in hoe je iets wilt leren. Niet alleen de kinderen die daar nu het juiste ‘etiket’ voor krijgen.
Wat is je rol in het project?
Mijn rol in het project is om het veranderingsproces in de praktijk van de scholen te ondersteunen. Elke school is anders. We bouwen samen een plan van onderuit om inclusief onderwijs waar te maken. Verandering is niet van punt A – B en als transitiecoach proberen we dit pad mee helder te krijgen voor de school. Ik leg vanuit mijn rol lijntjes met andere organisaties, experten, scholen die deze specifieke school zouden kunnen helpen in hun transitie.
Wat is je de eerste maanden van het project opgevallen?
Watmij is opgevallen? Hoeveel expertise er in elke school aanwezig is en hoe hard scholen proberen om goed onderwijs voor elk kind waar te maken. Ik denk dat een groot stuk van het werk zit in het delen van deze expertise met elkaar. In het bouwen van structuur en cultuur rond inclusie in de volledige breedte van de school.
Ik zie ook de complementariteit tussen de verschillende scholen waar we mee werken. Ze hebben elk al grote stappen gezet, maar op heel andere gebieden. De verbinding tussen de scholen onderling en de verbinding met expertise van buitenaf gaat essentieel zijn voor het ondersteunen van de scholen.
Ik merk daarnaast ook wel de drempels. De opbouw van ons klassieke onderwijs, maakt het niet makkelijk voor scholen om buiten de bewandelde paden te treden. Ze worden soms terug gefloten. De regeltjes kunnen verstikkend werken. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat de kwaliteit van ons onderwijs gewaarborgd blijft, zonder dat er zoveel muurtjes nodig zijn?
Ik merk ook dat het beeld dat mensen van buiten het project hebben van inclusief onderwijs vaak eentje is van ‘de zorgschool’. De school waar vooral kinderen die extra ondersteuning nodig hebben naartoe gaan. Ik denk dat wij binnen het project hier een ander beeld van hebben: Een inclusieve school is een school met goede ondersteuning, en goed onderwijs. En is in mijn ogen dus juist een hele straffe school voor alle kinderen.