Van een psycho-medisch deficit naar een krachtgericht model!
Dat het ontwikkelen van een inclusief onderwijssysteem niet de verantwoordelijkheid van onderwijs alleen is, kon je in de vorige nieuwsbrief lezen. Het is een maatschappelijke opdracht die onderwijs overstijgt en niet kan zonder de samenwerking met andere beleidsdomeinen zoals welzijn of gezondheid. Een belangrijk puzzelstuk voor het realiseren van inclusie en ondersteuning is een kwaliteitsvol en integraal assessment dat antwoord biedt op de vraag: Wat hebben bepaalde kinderen en jongeren aan ondersteuning en aanpassingen nodig om tot leren te komen en gelijkwaardig te kunnen deelnemen in een schoolomgeving?
Waarom is dat zo belangrijk?
- Wat zegt een diagnose over de ondersteuning die nodig is of wat een leerkracht in de klas moet/kan doen?
- Wie of wat bepaalt welke hulpmiddelen of medische zorg je nodig hebt in het dagelijkse leven?
- Wie of wat bepaalt welke ondersteuning kinderen tijdens het opgroeien in verschillende levensfasen en levensdomeinen nodig hebben?
- Hoe kan ondersteuning doorlopen van thuis naar school in de vrije tijd?
Inclusief onderwijs valt of staat met gepaste ondersteuning en de juiste hulpmiddelen. Maar die ondersteuning en toekenning van hulpmiddelen moet ergens op gebaseerd zijn en vloeiend kunnen doorlopen doorheen leeftijdsfasen en contexten. Vandaag is het ontsluiten van ondersteuning vooral afhankelijk van psycho-medische diagnoses en dat is niet zonder gevolg.
Elke ouder wil immers het beste voor zijn kind.
- Er zijn 193 organisaties die multidisciplinaire diagnostiek voor ontwikkelingsstoornissen aanbieden aan kinderen en jongeren, het betreft de Centra voor Ambulante Revalidatie (CAR), Centra voor Ontwikkelingsstoornissen (COS), Referentiecentra Autisme (RCA), Centra Geestelijke Gezondheidszorg (CGG), kinderpsychiatrische diensten in psychiatrische ziekenhuizen, Centra voor Leerlingenbegeleiding (CLB) en Observatie- en behandelcentra (OBC).
- Per jaar krijgen meer dan 18.000 kinderen een diagnose. Dat is onder meer een gevolg van de link tussen diagnoses en financiering van ondersteuning.
- De wachttijden bij de centra voor ontwikkelingsstoornissen variëren tussen 12 maanden en 2,5 jaar. Er wachten meer dan 2.000 kinderen op een diagnose.
- Het is logisch dat ouders die het kunnen betalen zich richten naar één van de talrijke maar dure zelfstandige privé-praktijken. Kwetsbare gezinnen missen zo de noodzakelijke ondersteuning.
- Het onderwijs wordt (o.a. door de types) voor 40 procent gefinancierd op basis van het aantal attesten met diagnoses.
- 4 à 500 CLB-medewerkers zijn fulltime bezig met diagnoses stellen, het schrijven van verslagen, etc. Dat zijn middelen die je beter kan inzetten om in de klas te gaan ondersteunen.
- Diagnostiek en ondersteuning zijn zo gefragmenteerd dat heel wat ouders door het bos de bomen niet meer zien. Ondersteuning op school loopt niet door thuis en een assistent mag je wettelijk niet inzetten in het onderwijs.
- Ouders hebben niet één helder ondersteuningsplan dat inspeelt op de noden binnen alle levensdomeinen, gebaseerd op een dynamische en integrale diagnostiek en dat de ondersteuning en hulpmiddelen aanstuurt.
Diagnostiek is niet hetzelfde als assessment.
‘Scholen voor iedereen’ zijn scholen die beter uitgerust zijn om alle leerlingen kwaliteitsvol onderwijs aan te bieden. Dit gebeurt via professionalisering (zie krachtlijn 4), het installeren van multidisciplinaire teams (zie krachtlijn 3), met de mogelijkheid tot het inschakelen van externe expertise wanneer nodig (krachtlijn 5 en 6).
Leerlingen worden er niet meer ingedeeld in types. Door de nabije aanwezigheid van MDT’s wordt diagnostiek, financiering en ondersteuning losgekoppeld en is voor de meeste leerlingen geen specifieke diagnose meer nodig om ondersteuning te krijgen. Een psycho-medische diagnose in het onderwijs zal enkel nog nodig zijn voor leerlingen met ondersteuningsnoden die het onderwijskundige deels overstijgt en waar bijgeschakeld moet worden vanuit welzijn.
Dynamisch en laagdrempelig assessment
Een kwaliteitsvol assessment in functie van ondersteuning in het onderwijs houdt volgende aspecten in:
- Identificeren van de noden
- Bepalen welk handelen, welke aanpassingen, hulpmiddelen en/of welke ondersteuning nodig is
- Afhankelijk van de aard en de ernst wordt dit opgevolgd en bijgestuurd via een individueel handelingsplan
In de school voor iedereen gebeurt het inschatten van onderwijsbehoeften voor de meeste leerlingen intern in de school door het (bovenschools) multidisciplinair team, al dan niet in samenwerking met het CLB. Uitgangspunt is handelingsgerichte diagnostiek, aangevuld door psycho-medische diagnostiek, maar het psycho-medische luik is geen voorwaarde om ondersteuning binnen de school te activeren
Dat eerste assessment gebeurt vanuit de samenwerking tussen schoolteam, multidisciplinair team en CLB. Daarnaast kan er laagdrempelig bijgeschakeld worden vanuit de ondersteuning door regionale expertisecentra en welzijnsactoren (zie krachtlijn 3 en 5). Dit kan nodig zijn voor heel specifieke noden bv. als gevolg van zintuiglijke of verstandelijke beperkingen of gedrag.
Rol domeinoverschrijdende assessmentcentra
Voor een kleine groep leerlingen zoals leerlingen met complexe en intensieve ondersteuningsnoden, zal een inschaling van de noden wenselijk en nodig zijn via een extern assessment, met het oog op een zo goed mogelijke ondersteuning van de school en de leerling. Het gaat om leerlingen waar, door de aard van de beperking(en), de organisatie van ondersteuning zowel thuis als op school intensief en complex wordt. Dat assessment moet een vloeiende organisatie van (medische) zorg, assistentie, onderwijs, gezinshulp, ... - die doorloopt van thuis naar school en terug - mogelijk maken.
“Op deze manier worden gezinnen via één toegang begeleid en ondersteund. De inschaling zal op die manier ook de basis vormen voor de inzet van ondersteuning vanuit welzijn voor de leerling op school en voor de toekenning van bijkomende omkadering in onderwijs voor het realiseren van het traject van de leerling in de school. De inschaling is dynamisch aangezien noden kunnen veranderen doorheen de levensloop.” (p45 rapport)
Een belangrijke doelstelling van deze assessmentcentra is om ouders en kinderen te ontlasten van de wirwar en fragmentatie aan testen, bevragingen, diagnostiek, ... en daarmee gepaard gaande kosten. Vanuit een samenwerking tussen welzijn, gezondheid en onderwijs krijgen ouders, hun kinderen en de betrokken professionals rond het gezin en in het onderwijs zo de nodige en juiste informatie over hoe en welke ondersteuning te activeren en organiseren.
Hoe kan dat er uit zien?
Assessmentcentra zijn bij voorkeur regionaal georganiseerd (zorgregio, provincie, ...) en brengen expertise samen uit de bestaande centra (CAR, COS, RCA, CGG, kinderpsychiatrische diensten, CLB en OBC). Vertrekkend vanuit een uitgebreid en zo volledig mogelijk assessment komen ze tot 1 ondersteuningsplan voor het gezin, dat verschillende levensdomeinen beslaat waaronder onderwijs. Het deel met suggesties voor ondersteuning en hulpmiddelen specifiek voor onderwijs dient dan door de school in samenwerking met welzijnspartners en ouders te worden gerealisteerd.
Hoe loopt dit in andere landen?
In landen met inclusieve onderwijssystemen zoals Finland, Portugal, Noorwegen of Canada zien we dat het assessmentproces volgende essentiële kenmerken bevat:
- Multidisciplinaire assessmentteams
Een samenwerking tussen diverse professionals opvoeders, professionals uit onderwijs, psychologen, therapeuten, medici en ouders zorgt ervoor dat alle aspecten van de behoeften van een leerling worden begrepen. Het resultaat van deze samenwerking wordt gevat in individuele onderwijsplannen (IEP's) die zijn afgestemd op de sterke punten en uitdagingen van de leerling.
- Allesomvattend en krachtgericht
Het assessmentteam kijkt holistisch naar het kind - cognitieve, fysieke, sociale, emotionele en zintuiglijke behoeften. Het assessment gebeurt a.d.h.v. gestandaardiseerde en niet-gestandaardiseerde testen, observaties in verschillende omgevingen (klaslokaal, speelplaats, thuis), interviews en enquêtes met verzorgers en leerkrachten. Onderzoeken kunnen betrekking hebben op leerprestaties, sociale vaardigheden en lichamelijke ontwikkeling. Assessment is allesomvattend en dus ook gericht op het identificeren van wat leerlingen kunnen, in plaats van alleen hun beperkingen. Deze aanpak helpt om zelfvertrouwen op te bouwen en bevordert een positieve leeromgeving.
- Ontwikkeling van geïndividualiseerde plannen
De resultaten van het assessment vind je in een ‘Individualized Education Plan (IEP)’ of een ‘Leer-ondersteuningsplan’ dat doelen, noodzakelijke aanpassingen en specifieke interventies beschrijft afgestemd op de sterke punten en uitdagingen van de leerling. Deze gegevens worden vertaald naar praktische ondersteuningsstrategieën waarbij rekening wordt gehouden met culturele, taalkundige en omgevingsfactoren. Zo’n plan kan zeer concreet uitgewerkt worden met duidelijke doelen, ondersteunende technologie, leerplanaanpassingen en tijdschema's.
- Betrokkenheid van ouders en welzijnsactoren
Het betrekken van ouders en voogden bij het assessmentproces zorgt ervoor dat er rekening wordt gehouden met hun inzichten in de ontwikkeling van het kind. Voor de realisatie van ondersteuning worden hulpbronnen uit welzijn (voor assistentie, hulpmiddelen, ...) aangewend.
- Monitoring en bijsturing
Assessment is geen eenmalige gebeurtenis; het gaat ook om continue monitoring om de voortgang te volgen en strategieën zo nodig aan te passen. Het regelmatig herzien en bijwerken van de ondersteuningsplannen van leerlingen zorgt ervoor dat aan hun behoeften wordt voldaan terwijl ze groeien. Op bepaalde momenten is overgangsplanning nodig wanneer leerlingen van schoolniveau veranderen of volwassen worden met het oog op een soepele overgang naar de volgende onderwijs- of beroepsomgeving, met continuïteit van ondersteuning.
Samengevat:
Vandaag gaan we vooral uit van een psycho-medisch deficit model:
- Vooral diagnoses geven toegang tot ondersteuning in het onderwijs maar ook daarbuiten.
- Een diagnose wordt voor verschillende levensdomeinen (onderwijs, thuissituatie, vrije tijd) soms door verschillende actoren bepaald of geïnterpreteerd en is niet altijd gelijklopend
- Een diagnose op zich geeft eigenlijk weinig informatie over welke ondersteuning nodig is
‘Scholen voor iedereen’ gaat uit van een meer holistisch krachtgericht model:
- De link diagnose – ondersteuning – financiering wordt doorgeknipt
- MDT in de school (of bovenschools) bepalen welke ondersteuning en hulpmiddelen in het onderwijs nodig zijn
- Indien de nood complex is komen domeinoverschrijdende assessmentcentra in actie
- een samenwerking tussen verschillende organisaties
- één ondersteuningsplan voor het gezin dat betrekking heeft op de verschillende levensdomeinen