Waarom hebben we onze school georganiseerd zoals ze is?
Een beetje duiding
Een open deur: de schoolorganisatie slaat op alle aspecten die betrekking hebben op hoe de school zich organiseert om leerkrachten in staat te stellen leeractiviteiten aan te bieden zodat leerlingen tot leren kunnen komen en kunnen tonen dat ze leren. Het slaat op hoe het schoolteam zich organiseert voor de leerlingen, de mate van overleg en samenwerking (intern en extern), het beleidsvoerend vermogen en schoolleiderschap, de indeling in leer- of klasgroepen, de inzet van middelen en hulpmiddelen, ondersteuning, ouderparticipatie, de verschillende rollen ... De schoolorganisatie weerspiegelt niet alleen de waarden en normen die er gedeeld worden, het geeft ook een beeld van de professionele kijk op leren en op het concept ‘school’.
Anders gezegd: “Waarom hebben we ‘onze school zo georganiseerd zoals ze is?” Het is misschien een vraag die te weinig wordt gesteld.
Waarom is dat zo belangrijk?
De term ‘grammar of schooling’ [1] verwijst naar de bijna onzichtbare architectuur die veel van wat er in het onderwijs gebeurt, organiseert. Onze huidige grammatica is sterk gecompartimenteerd. Leerlingen zijn verdeeld in cohorten volgens leeftijdsclassificatie of op basis van gepercipieerde bekwaamheid, groepsindelingen gebeuren volgens niveau, lestijden zijn verdeeld in korte blokken, het leren in vakken. Het lesgeven is in hoofdzaak leerkrachtgecentreerd en scholen zijn weinig verbonden met de gemeenschap.
Deze ‘grammatica’ is schatplichtig aan het managementdenken uit het begin van de 20e eeuw die de nadruk legt op standaardisering. Ze leidt tot een schoolorganisatie die met een sterk normdenken meer ontworpen is voor efficiëntie en controle dan voor leren of emancipatie. Dat sluit vanzelf de perspectieven uit van groepen die niet tot die norm behoren. Sociale ongelijkheden worden zo via onderwijs van de ene generatie op de volgende gereproduceerd.
De grammatica van ons onderwijs weerspiegelt zich in de organisatie van de school, het curriculum, de klas, de leeractiviteiten, de opleidingen, ... Dit alles heeft een impact op hoe we de diversiteit aan leerlingen vandaag tot leren brengen, waarop het botst en wie er al dan niet uitvalt. Het bevoordeelt wie aan de norm voldoet en benadeelt wie niet.
Waar hebben we het over?
“Een inclusieve schoolorganisatie biedt een veilige, ondersteunende en stimulerende omgeving waarin alle leerlingen en personeel zich kunnen ontwikkelen, gedijen en volwaardig kunnen participeren.”
In een inclusieve schoolorganisatie wordt een inclusieve schoolcultuur zichtbaar en voelbaar. Met andere woorden, de schoolorganisatie maakt mogelijk dat ...
- Elke leerling er tot leren kan komen en hierin ondersteund worden
- De leerkrachten er niet alleen voor staan
- Het schoolteam zich kan professionaliseren i.f.v. de uitdagingen binnen de school
- Er gebouwd wordt aan gemeenschapsgevoel binnen de school
- Iedereen, ongeacht verschillen, welkom is, geaccepteerd en gerespecteerd wordt
- Een gezamenlijke verantwoordelijkheid, partnerschap en samenwerking vanzelfsprekend zijn.
- Er hoge en realistische verwachtingen gesteld worden aan alle leerlingen en leerkrachten.
- De noodzakelijke ondersteuning efficiënt en effectief wordt aangewend.
Anders gezegd: “Welke schoolorganisatie is nodig om dit te realiseren?”
In de Index voor Inclusie, een instrument dat wereldwijd wordt gebruikt voor de ontwikkeling van inclusieve scholen, zijn o.a. volgende aspecten te verbinden met een inclusieve schoolorganisatie:
- Groepen zijn zo georgansieerd dat het leren van iedereen ondersteund wordt
- Nascholingsactiviteiten voor leerkrachten zijn ingebed in de organisatie
- Lessen stimuleren de participatie van alle leerlingen
- Beoordelingen bevorderen de prestaties van alle leerlingen
- Het schoolteam ontwikkelt gedeelde middelen om het leren te ondersteunen
- Er is een beleid om alle leerlingen aan boord te houden
- Duurzaamheid, inclusie en diversiteit zijn deel van het curriculum
Hoe creëren we een inclusieve schoolorganisatie?
Goed om weten is dat elke school volledig autonoom is in hoe ze zich organiseert.
Het opzetten van, of evolueren naar een inclusieve schoolorganisatie vereist inzet en krachtig leiderschap van schoolleiders en het schoolteam:
- Welke organisatie is nodig voor de leerkrachten om goed onderwijs te bieden voor elke leerling en zowel intern als met externen flexibel te kunnen samenwerken?
- Hoe organiseren we de school zodat leerkrachten niet het gevoel hebben er alleen voor te staan?
- Hoe laat de organisatie toe alle hulpbronnen te activeren die nodig zijn?
Externe expertise, schoolbezoeken of literatuur kunnen inspirerend werken, maar uiteindelijk ontwerpt elke school een eigen schoolorganisatie.
De mogelijkheden om tot een inclusieve schoolorganisatie te komen zijn legio. Er liggen mogelijkheden in de organisatie van het curriculum, de organisatie van klassen en leeractiviteiten, de organisatie van samenwerking en overleg en hoe de school verbindt met ouders, buurt en externen. De toetssteen is steeds hoe de organisatie de inclusieve schoolcultuur weerspiegelt.
Volgende voorbeelden staan niet op zich maar zijn ingebed in een inclusieve visie op onderwijs die door de hele school wordt (uit)gedragen.
Sophie-Scholl-Schule, Gießen, Duitsland (Basis en secundair)
- De dagen worden bepaald door een weekplan. Het plan is hetzelfde instrument voor alle leerlingen. Binnen dit kader heeft iedereen werktijd en een individuele werkbelasting en timing.
- Klas-, graadteams komen wekelijks bij elkaar om te reflecteren op het werk en een plan te maken voor de volgende fase. Leerkrachten bezoeken elkaar in de klas om te leren van elkaars ervaringen.
- Iedereen in de klas werkt aan hetzelfde onderwerp maar met verschillende taken. De instructie gebeurt samen, de leerkracht vat het onderwerp samen. De leerlingen stellen vragen en geven interessante subonderwerpen. Ze denken na over hoe ze resultaten voor hun vragen kunnen krijgen. De ideeën omvatten zowel experimenten als het lezen en reproduceren van teksten of het creatief omgaan met het onderwerp tot oefenen met specifiek gereedschap. Tussendoor worden nog extra instructies door de leerkracht gegeven. Resultaten worden gepresenteerd.
Cleves Lagere School, London, Verenigd Koninkrijk (Basisonderwijs)
- Er is een speeltijd tijdens de lunch, maar niet in de ochtend of middag. In plaats daarvan zijn er in het lesprogramma veel mogelijkheden voor lichamelijke activiteiten en sociale interactie ingebouwd.
- In tegenstelling tot de standaard van 30 leerlingen per klas met één leerkracht en assistenten die individuele kinderen ondersteunen, is de personeelsstructuur flexibel. Door leerlingen per graad te groeperen ontstaan er multidisciplinaire teams van leerkrachten, kleuterzorgkundigen en ondersteuners geleid door een graadcoördinator. Zo wordt de samenwerking geïnstalleerd nodig om een gedifferentieerd curriculum te organiseren voor alle kinderen.
Practice Centre of Pedagogical Training School Wenen, Oostenrijk (secundair)
- Na de introductie van een lesonderwerp volgen taken die variëren naargelang het niveau van de leerlingen en de verschillende graden. Leerlingen met een ondersteuningsnood krijgen hun ‘dagschema’ dat aangeeft wanneer ze begeleiding nodig hebben van de leerkracht of een medeleerling. Het schoolteam ontwerpt een ‘dagschema’ dat:
- de leerlingen in staat stelt om kennis te verwerven op hun persoonlijke ontwikkelingsniveau;
- zelfgeorganiseerd leren bevordert waarbij de leerlingen het materiaal kunnen kiezen dat het beste bij hen past;
- hen in staat stelt om te reflecteren op hun verworvenheden;
- leerkrachten en leerlingen de ruimte geeft om met elkaar te communiceren en om te leren omgaan met conflicten.
Zie ook suggesties in nieuwsbrief 3, 5, 6
Bronnen
- Booth, T., & Ainscow, M. (2000). Index for Inclusion: developing learning and participation in schools. Centre for Studies on Inclusive Education. http://www.csie.org.uk/resources/inclusion-index-explained.shtml
- Mitchell, D., & Sutherland, D. (2022). Wat echt werkt: 29 evidence-based strategieën voor het onderwijs (; R. d. Ridder, Trans.; Vierde, herziene druk). Pica.
- Tyack, D.B. & Cuban, L. (1984, 1995). Tinkering toward utopia: A century of public schoolreform. Harvard University Press.
- Towards Inclusive Education Examples of good practices of inclusive education. Published by Inclusion Europe with support of the European Commission. Te raadplegen via https://www.inclusion-europe.eu/wp-content/uploads/2019/01/Best-Practice-Education_EN-FINALWEB.pdf
[1] De term werd geïntroduceerd in 1995 (Tyack & Cuban, 1995)