Basisschool Matadi in Leuven brengt gewoon en buitengewoon onderwijs samen.
Kinderen met een beperking delen speelplaats en klas met kinderen zonder beperking. ‘Door twaalf leerniveaus aan te bieden, kunnen we het beste uit iedereen halen.’
Je bent een pussy.’ De woorden komen van een tafeltje achteraan de klas waar vier jongens knutselen. De sint komt eraan. Er moet gelijmd, geknipt en gekleurd worden. Juf Stephanie heeft het gehoord en roept hen naar voor. ‘Ik wil die woorden hier niet meer horen’, zegt ze streng. Als blijkt dat er iets meer aan de hand is, maakt ze een praatje. Uiteindelijk geven de jongeren elkaar een hand en scharrelen ze opnieuw naar hun plaats.
In de klas kijkt er amper iemand op. Achteraan zit een jongen te kleuren met een koptelefoon op. Het was hem al te luid. Twee banken verder zit een jongen geconcentreerd te tekenen. Tegen zijn bank leunen twee krukken. Ook de andere kinderen knutselen naarstig verder aan bijeengeschoven tafels.
Dit is op het eerste gezicht een doorsnee klas. Maar wie beter kijkt, merkt dat er enkele zaken opvallen. Zo hangt er amper iets aan de muren. Er prijkt een uurwerk en vier A4’tjes met de klasregels, meer niet. Verder staan er heel wat pictogrammen op het bord en zijn er achteraan enkele ‘kantoorbankjes’ ingericht. Die kijken uit op de muur en hebben langs beide kanten een wand. Kinderen kunnen zich er terugtrekken als ze zich niet kunnen concentreren tijdens de oefeningen.
De nestklas staat in leertuin 2 van Matadi, een basisschool in de gelijknamige Leuvense wijk, die zichzelf vorig jaar heruitgevonden heeft. De school maakte van inclusie het vertrekpunt in haar pedagogische visie. Kinderen uit het reguliere onderwijs, kinderen uit het type basisaanbod (met specifieke onderwijsbehoeften) en kinderen uit type 9 (met een autismespectrumstoornis) lopen er door elkaar op de speelplaats.
Een grote groep kinderen zit ook effectief samen in de klas. Matadi richtte per graad een leertuin op. Daarin zitten telkens 44 jongeren uit het reguliere onderwijs, samen met een klas type 9 en een klas type basisaanbod. In totaal zijn er zo telkens 66 leerlingen, verdeeld over vier nestklassen.
‘We maken de klassen bewust prikkelarm’, zegt codirecteur Jona Van den Bossche over de inrichting. ‘Eigenlijk heeft ieder kind daar baat bij.’ De school paste allerlei doordachte trucjes toe die iedereen ten goede komen. Zo hebben kinderen twee jaar dezelfde klasjuf – om een sterkere band en meer structuur te krijgen. En komen ze een kwartier vroeger naar school om zich te nestelen. ‘Ze dienen dan hun huiswerk in of praten met de leraar over hoe ze zich vandaag voelen. Zo kunnen we daarna de lestijd maximaal benutten.’
Drie ingangen
Matadi staat voor MAatwerk, TAlent en DIversiteit. De school is een doorstart van twee scholen die al decennia dezelfde locatie deelden: SKLO (een reguliere basisschool) en Parkschool (een school voor buitengewoon onderwijs). Op 1 september 2021 nam GO Scholengroep Huis11 die laatste twee Leuvense stadsscholen over. ‘De samenwerking tussen beide was bijna nihil’, zegt Van den Bossche. Er waren twee aparte leraarskamers, gescheiden speelmomenten en drie ingangen: voor de kinderen in de reguliere school, voor die in het buitengewoon en voor wie met de bus kwam. Vandaag is die fysieke scheiding verdwenen.
‘De vraag om inclusief te werken kwam van onze scholengroep, maar de concrete aanpak is bottum-up gegroeid’, zegt Van den Bossche. De school kon rekenen op eigen expertise, aangevuld met de begeleiding van Docenten voor Inclusie, Konekt en Hart voor Handicap/De Genereuzen.
Hoogbegaafd
Vanuit de nestklassen vliegen de leerlingen uit naar niveaugroepen voor wiskunde en Nederlands. ‘Een goede leraar kan in de klas drie niveaus onderwijzen, meer niet’, zegt de directeur. ‘Door met vier leerkrachten in een leertuin te werken, creëren we tot wel twaalf leerniveaus. Op die manier bieden we maatwerk en kunnen we het beste uit elke leerling halen. Zo kan een leerling Nederlands bij een sterke groep volgen en extra hulp krijgen voor wiskunde.’
Ook bij leerkrachten maakt het een verschil, merkt hij. ‘Als je alleen voor een diverse klas staat, kan je onmogelijk op zeven manieren differentiëren. In ons systeem blijft dat behapbaar.’
De directie merkte aanvankelijk wel wat schroom en twijfel bij ouders, maar ziet na een jaar al dat de aanpak veel ouders overtuigt. ‘Inclusie is niet nadelig voor het gemiddelde kind. En inclusie betekent ook niet “zorg naar beneden”. We hebben onze structuur net veranderd om ook beter in te zetten op hoogbegaafdheid.’
De grote troef van de school is dat het de sterktes van het gewoon en buitengewoon onderwijs weet samen te brengen. ‘In gewone scholen zijn er bijna uitsluitend leerkrachten. Wij brengen daar de expertise van het buitengewoon bij. Zo brengen we specialisten in de klas zonder dat er dure nascholing gevolgd moet worden.’
Ook door middelen samen te brengen, creëert de school extra ademruimte. Per 66 leerlingen kan Matadi behalve op 4 klastitularissen ook rekenen op twee halftime zorgleerkrachten, een zorgcoördinator, een logopedist, een ergotherapeut, een opvoeder en een orthopedagoog.
Puzzel
Matadi is een buitenbeentje in het Vlaamse onderwijs, dat nog steeds worstelt met inclusie. In vijf jaar steeg het aantal kinderen in het buitengewoon van 47.000 naar 53.000. Zelfs met dat eerste cijfer was Vlaanderen al koploper in Europa.
‘Veel scholen willen dezelfde weg op, maar de regelgeving is er niet klaar voor’, zeg Van den Bossche. ‘Ook wij moeten op papier twee scholen blijven. Alleen zo kunnen we middelen uit de twee systemen bundelen en inclusie mogelijk maken’, zegt hij. De logistieke puzzel die daaruit volgt, is complex. ‘Op 105 personeelsleden hebben we 17 ambten. Het is een puzzel om de uren gelegd te krijgen.’
De school, het team en de ouders geloven volop in het project. Ook de buurt wordt maximaal betrokken. Maar het blijft navigeren, merkt de directieploeg, die Van de Bossche samen met Nena Erzeel en Liesbeth Mentens vormt. Omdat de school uniek is, krijgt ze heel wat aanvragen van ouders die hun kind willen inschrijven. Ook kinderen uit het regulier onderwijs die een rugzakje hebben maar geen attest, vinden de weg. ‘We willen een inclusieve school zijn die iedereen uit de buurt opvangt – ongeacht de situatie. Maar we kunnen niet dé zorgschool van Vlaams-Brabant worden. Wij krijgen dezelfde middelen per leerling zoals elke andere school’, zegt Van den Bossche. ‘Het kan en mag ook niet de bedoeling zijn dat iedereen opnieuw een uur onderweg is om hier te raken.’
Steun De Genereuzen
De redactie van De Standaard roept haar lezers op om De Genereuzen van Hart voor Handicap te steunen in hun strijd voor inclusie van mensen met een beperking. Volg het project via onwijsonderwijs.be en draag bij op het rekeningnummer BE11 0689 9998 4848